Akkerhoornbloem
Akkerhoornbloem - Cerastium arvense
Familie: Caryophyllaceae
Groep: tweezaadlobbigen (bloemplanten)
Voorkomen in Nederland
Status: Niet bedreigd
Trend sinds 1950: onveranderd of toegenomen
Zeldzaamheid: algemene soort
Indigeniteit: oorspronkelijk inheems
Stengels Grote plakkaten vormend (zodevormend). De stengels (en bladen) zijn kort, afstaand behaard. Met opstijgende bloeistengels. De vegetatieve (niet bloeiende) scheuten liggen uitgespreid en wortelen op de knopen. Bladeren De langwerpig-lancetvormige of lijn-lancetvormige bladen zijn vrij sterk behaard, maar niet viltig. Vaak met bosjes bladen in de bladoksels. Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Vaak is de bloei uitbundig. De enigszins klokvormige bloemen vormen samen ijle schermen met vijf tot vijftien bloemen. Ze zijn 1,2-2 cm in doorsnede. De diep uitgerande (diep tweelobbige) kroonbladen zijn wit. De kelk en de bloemsteel zijn beklierd. Vijf stijlen. De bloeistelen staan in de oksels van blaadjes die van onderen met elkaar vergroeid zijn. De schutbladen hebben vliezige, gewimperde randen. Vruchten Een doosvrucht. Deze is cylindervormig, 10-14 mm lang en gaat van boven met tien tandjes open. De vrucht komt tot ontwikkeling aan een overhangend steeltje, dat zich opricht wanneer de zaden rijp zijn. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron: Verspreidingsatlas