Grote Klaproos - Papaver rhoeas

Familie Papaveraceae.
Diagnostische kenmerken
Stengelbladen met een duidelijke, weinig gedeelde eindlob, deze gezaagd, niet stengelomvattend, behaard. Doosvrucht minder dan 2 maal zo lang als breed; stempelstralen (6-)8-13, meestal zwartpaars, elkaar deels bedekkend. Bloemstelen met afstaande of aangedrukte haren. Kroonbladen scharlakenrood, aan de voet vaak zwart gevlekt, of bij tuinplanten met witte, oranje, donker- en lichtrode of gevulde bloemen. Wortelrozet tijdens de bloei verschrompeld, planten eenjarig.
Hoogte bloeiende plant
0,20-0,60 m.
Bloeitijd
Eind mei-juli.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op open, omgewerkte plaatsen op vochtige tot vrij droge, voedselrijke grond in akkers, bermen en langs spoorwegen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen; in de Pleistocene districten, het Noordelijk kleidostrict en de IJsselmeerpolders minder algemeen. Ook uigezaaid langs wegen.

Bron: Soortenbank.nl