Kleine Ratelaar - Rhinanthus minor
Rode Lijst: Gevoelig.
Familie Orobanchaceae.
Diagnostische kenmerken
Tanden van de bovenlip hoogstens 1 mm lang, wit, soms paars of blauw. Schutbladen even donkergroen als de stengelbladen, met driehoekige tanden waarvan de onderste hoogstens 3 maal zo lang als breed zijn. Bloemkroon 1-1,5 cm lang, kroonbuis recht, met open keel (onderlip afstaand).
Hoogte bloeiende plant
0,10-0,50 m.
Bloeitijd
Mei-september.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op
vochtige tot vrij droge, matig voedselrijke grond in graslanden, aan
dijken, op grazige heiden, op rivierduinen en in duinvalleien.
Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij algemeen in het Waddendistrict, vrij zeldzaam in het Zuidlimburgs district, het Renodunaal district en het en Estuariëndistrict, elders zeer zeldzaam.
Bron: Soortenbank.nl