Familie Lamiaceae.
Diagnostische kenmerken
Middelste en bovenste bladen zittend, langwerpig tot lancetvormig, met zwak hartvormige voet. Ondergrondse uitlopers aan de top knolvormig verdikt. Kelk zonder klierharen. Bloemkroon roze, zelden wit. Plant met zwakke geur.
Hoogte bloeiende plant
0,30-0,80(-1,20) m.
Bloeitijd
Juli-augustus(-oktober).
Levensvorm
Geofyt, Hemikryptofyt.
Standplaats
Op vochtige tot natte, voedselrijke grond aan waterkanten, in ruige, drassige graslanden en lichte moerasbossen; ook op vochtige akkers op klei.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen.

Bron: Soortenbank.nl