Paardenbloem - Taraxacum officinale

Familie Asteraceae.
Diagnostische kenmerken
Bladen alle in een rozet, meestal lijnlancetvormig, vaak veerspletig tot veerdelig, kaal of iets wollig behaard. Hoofdjesstelen onvertakt. Omwindsel veelrijig, de buitenste rijen vrij kort en vaak teruggeslagen. Bloemhoofdjesbodem zonder stroschubben, kussenvormig. Nootjes lang gesnaveld, aan de voet van de snavel versmald en daar getand, verder knobbelig-rimpelig tot glad. Pappusharen wit, onvertakt.
Hoogte bloeiende plant
0,05-0,40 m.
Bloeitijd
(Januari-)maart-mei(-december).
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
In graslanden, bermen en gazons op natte tot droge, voedselrijke tot voedselarme bodems.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen.

Bron: Soortenbank.nl