Familie Rosaceae.
Diagnostische kenmerken
Bladen alle 5- of ten dele 7-tallig. Kroonbladen 7-12 mm lang, geel. Bijkelkblaadjes ongedeeld. Kelk na de bloei weinig vergroot. Schijnvrucht niet rood worden, nauwelijks verdikt.
Hoogte bloeiende plant
0,10-0,20 m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Op vochtige, voedselrijke grond in graslanden, duinvalleien, uiterwaarden, aan wegen, ook op stenige plaatsen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen; vrij zeldzaam in de Pleistocene districten, het Noordelijk kleidistrict, de IJsselmeerpolders en het Zuidlimburgs district.

Bron: Soortenbank.nl